Het concurrentiebeding in de arbeidsovereenkomst kennen veel mensen wel. Maar het verbod op nevenwerkzaamheden krijgt minder aandacht. Op 15 maart 2018 oordeelde het hof ‘s-Hertogenbosch over de situatie waarin een werknemer het verbod op nevenwerkzaamheden overtrad. Naast zijn werk fabriceerde hij een app. Dat kostte hem zijn baan en een contractuele boete.
De feiten
Werknemer werkt voor een bedrijf dat onder andere reclame maakt voor merken. Als financieel directeur maakt werknemer onderdeel uit van de directie van zijn werkgever. Zijn arbeidsovereenkomst bevat een beding dat hem verbiedt om nevenwerkzaamheden uit te oefenen. Het beding luidt als volgt:
De werknemer onthoudt zich van het verrichten van werkzaamheden voor derden gelijk aan of vergelijkbaar met de voor de werkgever te verrichten werkzaamheden, van het doen van zaken voor eigen rekening gelijk aan of vergelijkbaar met de zaken van de werkgever, alsmede van elke directe of indirecte betrokkenheid of financiële interesse bij dergelijke zaken, een en ander behoudens de uitdrukkelijke voorafgaande schriftelijke toestemming van de werkgever.”
Op 31 maart 2017 meldt werknemer aan de algemeen directeur dat hij bezig is met de ontwikkeling van een app voor een mobiele telefoon. Die mededeling roept bij de directeur een aantal vragen op. Er vinden verschillende gesprekken plaats met werknemer. De werknemer beantwoordt de vragen. Vervolgens stelt werkgever werknemer op non-actief. In een e-mail bevestigt werkgever een en ander aan werknemer. In de e-mail staat dat werkgever werknemer vroeg te kiezen tussen ofwel het bedrijf van werkgever, ofwel een ander bedrijf van waaruit hij de app ontwikkelt. Werknemer vindt dat werkgever hem geen reële keuze biedt. Uiteindelijk dient werkgever een verzoekschrift in bij de kantonrechter. Daarin vraagt werkgever onder andere ontbinding van de arbeidsovereenkomst met werknemer, een verklaring voor recht dat werknemer het nevenwerkzaamhedenbeding overtrad, en een boete vanwege overtreding van het verbod op nevenwerkzaamheden van € 39.400,00.
Per 1 september 2017 is de app van werknemer verkrijgbaar in de app-store.
Oordeel kantonrechter
De kantonrechter wijst het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst toe. Verder oordeelt hij dat werknemer het verbod op nevenwerkzaamheden overtrad. Hij kent een contractuele boete vanwege overtreding van het nevenwerkzaamhedenbeding toe van € 3.000,00.
Werknemer gaat in hoger beroep bij het hof ’s-Hertogenbosch. Werknemer stelt onder meer dat hij het nevenwerkzaamhedenbeding niet overtrad. Werkgever stelt dat hij dat wel deed en daarom een contractuele boete van € 52.200 aan werkgever moet betalen. Een aanzienlijk hoger bedrag dus dan bij de kantonrechter werd gevraagd.
Oordeel hof
Het hof is het niet met werknemer eens dat de app een applicatie is voor een mobiele telefoon, en daarom iets anders dan wat zijn werkgever doet. Met de app kan men foto’s maken. Daaraan kan men een merk toevoegen en vervolgens de foto’s op internet zetten. Werkgever verricht vergelijkbare activiteiten in het kader van ‘merkactivatie’ en ‘fotomarketing’. Werknemer stelt dat de app ook andere mogelijkheden heeft. Maar dat neemt wat het hof betreft niet weg dat de app primair is gemaakt voor marketingactiviteiten. Aangezien werknemer patent op de app aanvroeg en met een verdienmodel bezig was, gelooft het hof niet dat werknemer de app alleen voor de ‘fun’ maakte.
Werknemer voert ook aan dat de app niet werkte toen hij die meldde aan zijn werkgever. Ook daaraan gaat het hof voorbij. Het nevenwerkzaamhedenbeding is zo geformuleerd dat ook een niet-werkende app daaronder valt. Het beding spreekt namelijk van ‘directe of indirecte betrokkenheid’ en ‘financiële interesse bij werkzaamheden of zaken’ die gelijk zijn aan of vergelijkbaar met die van werkgever. Dat de app (nog) niet werkte, maakt daarom niet uit.
Beding verbod nevenwerkzaamheden en concurrentiebeding
Werknemer voert nog aan dat het nevenwerkzaamhedenbeding een te grote beperking is van zijn recht op vrije arbeidskeuze. Ook daar is het hof het niet mee eens. Voor een concurrentiebeding stelt de wet de eis dat dit schriftelijk moet worden overeengekomen. Over een verbod op nevenwerkzaamheden zegt de wet echter niets. Het hof vindt het niet nodig aan een nevenwerkzaamhedenbeding zwaardere eisen te stellen dan aan een concurrentiebeding. Daarbij speelt mee dat een concurrentiebeding betrekking heeft op de periode na het einde van de arbeidsovereenkomst. Dit terwijl een nevenwerkzaamhedenbeding gaat over de tijd dat de arbeidsovereenkomst loopt. Wanneer iemand werk heeft, is het minder bezwaarlijk dat iemand in zijn vrije arbeidskeuze wordt beperkt dan wanneer iemand geen werk meer heeft. Werknemer stelde bovendien niet dat hij naast zijn inkomen uit de arbeidsovereenkomst nog ander inkomen nodig had.
Matiging boete
Met de kantonrechter is het hof van oordeel dat de door werkgever gevraagde boete van € 52.200 veel te hoog is. Hierbij spelen de volgende overwegingen een rol. De app bevond zich nog in de testfase toen werknemer die aan werkgever meldde. Ook meldde werknemer de app op eigen initiatief aan werkgever. De app heeft verder betrekking op een relatief klein onderdeel van de marketingstrategie van werkgever. Werkgever leed daarom geen schade door de app van werknemer.
Concurrentiebeding
Werkgever vroeg nog of de app viel onder het concurrentiebeding in de arbeidsovereenkomst. Het hof oordeelt dat dit inderdaad zo is. De looptijd van drie jaar die het concurrentiebeding heeft, vindt het hof echter ongebruikelijk lang. Het hof brengt de looptijd terug tot één jaar. Daarbij overweegt het hof dat kennis van werknemer over de bedrijfsgeheimen van werkgever snel veroudert.
Slot
Deze uitspraak laat zien dat een verbod op nevenwerkzaamheden ingrijpende gevolgen kan hebben. Niet minder dan een concurrentiebeding.
Bent u werkgever of werknemer en heeft u vragen over een verbod op nevenwerkzaamheden? Bel dan naar 06-338 24 563. Of stuur een e-mail aan info@groenenboomadvocaat.nl. Wij helpen u graag!