Auteur: mr. drs. Harry Groenenboom
De arbo-arts zegt dat de zieke werknemer gewoon kan werken. De verzekeringsarts van het UWV zegt in zijn deskundigenoordeel dat dit niet het geval is. Welk oordeel gaat voor? Over die vraag sprak het hof Arnhem-Leeuwarden zich uit.
Relevante feiten
Werknemer meldt zich op 11 oktober 2016 ziek. Een arbo-arts onderzoekt de werknemer en concludeert dat deze gewoon kan werken. De werknemer is het daar niet mee eens en vraagt een deskundigenoordeel bij het UWV. Een verzekeringsarts van het UWV stelt dit deskundigenoordeel op. De uitkomst daarvan is dat werknemer niet kan werken. Uit contact van de verzekeringsarts met de huisarts blijkt dat werknemer psychische klachten heeft en daarvoor medicatie ontvangt.
Werkgever zet het loon van de werknemer stop met een beroep op het oordeel van de arbo-arts. Werknemer gaat naar de kantonrechter en beroept zich op het deskundigenoordeel. De kantonrechter stelt werknemer in het gelijk en wijst een loonvordering toe. Werkgever gaat daartegen in hoger beroep bij het hof Arnhem-Leeuwarden.
Oordeel hof
Het hof is met de kantonrechter van oordeel dat het UWV volgens de wetgever voldoende onafhankelijk is ten opzichte van werkgever en werknemer om een onafhankelijk oordeel te kunnen geven. Dit geldt volgens het hof in mindere mate voor het oordeel van de bedrijfsarts. Want de werkgever is opdrachtgever van de bedrijfsarts. Dit betekent niet dat het deskundigenoordeel per definitie voorgaat op het oordeel van de bedrijfsarts. Maar het hof weegt de visie van de wetgever zoals die blijkt uit de parlementaire geschiedenis wel mee.
Verder overweegt het hof dat de werknemer niet gezien is door een bedrijfsarts. Een bedrijfsarts is een gespecialiseerde arts. Werknemer was alleen gezien door een arbo-arts. Een arbo-arts is een basisarts. Dat wil zeggen dat hij wel de opleiding geneeskunde afrondde maar zich (nog) niet specialiseerde. Ook is van belang dat de arbo-arts geen contact had met de huisarts, terwijl dit bij de verzekeringsarts wel het geval was. Verder speelt mee dat het deskundigenoordeel bevestigd wordt door een rapportage.
De uitkomst van het hoger beroep is dat de werkgever nul op het rekest krijgt.
De les
De eerste les is, dat het uitmaakt welke arts een werknemer onderzoekt. Is dat een arbo-arts, dus een niet-gespecialiseerde arts? Of is dat een gespecialiseerde bedrijfsarts? Een werkgever die een arbo-arts inschakelt, loopt het risico dat de rapportage van die arbo-arts in de rechtszaal weinig gewicht in de schaal legt. Zeker als daar het deskundigenoordeel van een gespecialiseerde verzekeringsarts tegenover staat.
De tweede les is, dat de rapportage van een bedrijfsarts of een verzekeringsarts aan bepaalde eisen moet voldoen. Zo’n eis is dat er contact is geweest met de huisarts van de werknemer. Zodat duidelijk is dat het rapport op zo volledig mogelijke informatie over de werknemer is gebaseerd. Ontbreekt het contact met de huisarts dan wordt de rapportage daardoor minder overtuigend.
Slot
Heeft u vragen over de rol van de arbodienst of de bedrijfsarts bij ziekteverzuim? Neem dan contact met ons op door te bellen naar 0180 – 47 26 75. Of stuur een e-mail naar info@groenenboomadvocaat.nl. Wij zijn u graag van dienst.
De uitspraak vindt u hier