Soms nemen werkgever en werknemer afscheid van elkaar via een vaststellingsovereenkomst (of beëindigingsovereenkomst). Daarin staat meestal dat partijen elkaar over en weer finale kwijting verlenen. Dat betekent dat partijen over en weer niets meer van elkaar mogen eisen. Wanneer de vaststellingsovereenkomst getekend is, is het klaar. De rechter houdt partijen daaraan, zo leert een recente uitspraak van de kantonrechter in Den Haag.
Wat was er aan de hand?
Werknemer sluit met zijn werkgever een vaststellingsovereenkomst om op die manier afscheid van elkaar te nemen. In de vaststellingsovereenkomst staat dat werknemer zich liet bijstaan door een jurist. Ook staat daarin wat hij aan geld meekrijgt. Nadat partijen hun afspraken vastleggen, komt werknemer erachter dat hij nog enkele duizenden euro’s aan onregelmatigheidstoeslag tegoed heeft. Hij dagvaardt zijn werkgever en eist € 3.029,25 aan onregelmatigheidstoeslag over de jaren 2010-2014.
Argumenten werknemer
Werknemer voert twee argumenten aan. Het eerste is, dat hij er achter kwam dat zijn werkgever over de vakantie-uren in de jaren 2010-2014 onregelmatigheidstoeslag moest uitbetalen. Zijn tweede argument is, dat hij dit niet wist toen hij met werkgever onderhandelde over de vaststellingsovereenkomst. Daarom, zo stelt de werknemer, valt de misgelopen onregelmatigheidstoeslag niet onder de finale kwijting in de vaststellingsovereenkomst.
Hoe oordeelt de kantonrechter?
De kantonrechter oordeelt dat voor de uitleg van de vaststellingsovereenkomst het volgende van belang is. Het gaat om de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan de bepaling over finale kwijting mochten toekennen, en wat zij daarom redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten.
Vervolgens merkt de kantonrechter op dat de bedoeling van een vaststellingsovereenkomst is, om een einde te maken aan een geschil dat tussen partijen bestaat. Hij wijst erop dat de werknemer juridische hulp kreeg bij de onderhandelingen over de inhoud van de vaststellingsovereenkomst. En dat er is onderhandeld over de onregelmatigheidstoeslag. Hij concludeert dat werkgever erop mocht vertrouwen dat werknemer na het ondertekenen van de vaststellingsovereenkomst niet met nieuwe vorderingen zou komen. Werknemer verleende werkgever immers ‘finale kwijting’ en gaf daarmee aan niets meer van werkgever te vorderen te hebben?
Tenslotte
Deze uitspraak laat zien dat het opletten geblazen is bij het opstellen van een vaststellingsovereenkomst. Die kan anders zomaar nadelig uitpakken. Bijvoorbeeld als partijen elkaar finale kwijting verlenen en naderhand blijkt dat er toch iets is blijven liggen. Laat u daarom goed adviseren bij het opstellen van een vaststellingsovereenkomst.
Heeft u naar aanleiding van deze blog vragen over finale kwijting of over een vaststellingsovereenkomst? Of zoekt u advies daarover? Neem dan meteen contact op via 06-338 24 563. Of stuur een e-mail naar info@groenenboomadvocaat.nl Wij helpen u graag!