Op grond van de letter van de wet is het duidelijk. Bij een tijdelijke arbeidsovereenkomst moet de werkgever uiterlijk een maand van tevoren schriftelijk aan werknemer melden of hij de arbeidsovereenkomst verlengt. Doet hij dit niet, moet hij een zogenaamde aanzegvergoeding betalen aan werknemer. Die bedraagt maximaal een maandsalaris. Tot zover de letter van de wet. De bedoeling van de wet leidt echter soms tot een andere uitkomst. Dit blijkt uit een beschikking van de kantonrechter in Tilburg.
De feiten
Een werknemer werkt op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. De arbeidsovereenkomst gaat in op 22 maart 2016 en eindigt op 22 maart 2017. In december 2016 biedt werkgever een verlenging van de arbeidsovereenkomst aan werknemer aan. In februari 2017 meldt werknemer aan werkgever dat hem een andere baan werd aangeboden. In reactie daarop biedt werkgever werknemer opnieuw verlenging van de arbeidsovereenkomst aan. Werknemer kan daardoor kiezen uit twee banen.
Op 1 maart 2017 meldt werknemer aan werkgever dat hij toch de andere baan heeft aanvaard. Werkgever biedt opnieuw verlenging van de arbeidsovereenkomst aan. Opnieuw wijst werknemer dit aanbod af. Per 27 maart 2017 treedt werknemer in dienst van zijn nieuwe werkgever. Op 6 mei 2017 eist hij vervolgens via zijn gemachtigde een aanzegvergoeding van zijn werkgever voor een bedrag van € 2.220,00 bruto omdat die de aanzegverplichting niet nakwam. Hij informeerde werknemer niet schriftelijk uiterlijk een maand van tevoren over het wel of niet voortzetten van de tijdelijke arbeidsovereenkomst.
Oordeel kantonrechter
De kantonrechter oordeelt dat het beroep van de werknemer op de aanzegvergoeding naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. De kantonrechter wijst er daarbij op dat het doel van de wettelijke bepaling is, dat de werknemer op tijd weet waar hij aan toe is. Hij heeft dan de mogelijkheid op tijd naar ander werk te gaan zoeken. De kantonrechter verwijst hierbij naar de wetsgeschiedenis waaruit een en ander blijkt. In dit geval werd werknemer meerdere keren een contractverlenging aangeboden. Het was voor werknemer duidelijk dat het de intentie van zijn werkgever was om het dienstverband voort te zetten. Daarom is het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar dat werkgever aan werknemer een aanzegvergoeding zou moeten betalen.
De les
Om juridische procedures te voorkomen doet een werkgever er goed aan, de aanzegverplichting altijd na te komen. Wanneer werkgever dat in deze situatie had gedaan, was het niet tot een procedure gekomen. De werkgever doet er verstandig aan de aanzegging per aangetekende brief met ontvangstbevestiging retour te doen. Dat voorkomt bewijsproblemen die bijvoorbeeld bij aanzegging per e-mail kunnen ontstaan.
Tenslotte
Wilt u meer weten over de aanzegverplichting en aanzegvergoeding? Wilt u daarover juridisch advies? Bel dan naar 06 338 24 563. Of stuur een e-mail naar info@groenenboomadvocaat.nl.