Auteur: mr. drs. Harry Groenenboom
Er is geen schriftelijke arbeidsovereenkomst. En werknemer deed niets voor werkgever als gevolg van coronamaatregelen. Bestaat er dan een arbeidsovereenkomst? En heeft werknemer recht op loon? Over beide vragen sprak de kantonrechter te ’s-Hertogenbosch zich op 29 mei uit in een kort geding.
Relevante feiten en omstandigheden
Gedaagde, een bedrijf dat zich bezig houdt met professionele valkerij, heeft een samenwerkingsverband met het Kurpfalz-Park in Wachenheim, Duitsland. Werknemer werkt in 2018 en 2019 als valkenier een aantal maanden voor het betreffende bedrijf. Het betreft seizoenswerk. De intentie is om in 2020 opnieuw met elkaar samen te werken. Op 30 januari stuurt het bedrijf per e-mail een arbeidsovereenkomst aan werknemer. Daarin staat dat de valkenier per jaar € 21.000,00 ontvangt, verdeeld over twaalf maanden.
In januari en februari betaalt werkgever salaris aan werknemer.
In maart zou de valkenier aan het werk gaan. Vanwege maatregelen in verband met corona meldt het Kurpfalz-Park in maart aan werkgever dat het park gesloten wordt. Werknemer kan niets doen.
Op 1 mei ontvangt de valkenier salaris over maart en april. Daarna ontvangt hij niets meer. Daarom daagt hij werkgever in een procedure in kort geding voor de kantonrechter en eist de wettelijk verhoging van 50% over het loon van maart en april omdat dit te laat werd betaald. En daarnaast ook loon over de maand mei.
Stellingen werknemer
Werknemer stelt dat hij een arbeidsovereenkomst van 12 maanden aanging met werkgever. Want werkgever bood dat aan en werknemer accepteerde dat. Die acceptatie bestaat hieruit dat werknemer de per e-mail toegestuurde arbeidsovereenkomst uitprintte, ondertekende en per post aan werkgever stuurde. Verder ontving werknemer over de maanden januari en februari salaris, wat betekent dat ook werkgever uitging van het bestaan van een arbeidsovereenkomst. Dat werknemer als gevolg van de coronamaatregelen niet kon werken, kon hij niet helpen. Het Kurpfalz-park werd gesloten zodat werknemer zijn werkzaamheden niet kon uitoefenen.
Stellingen werkgever
Werkgever stelt dat zij nooit per post een ondertekende arbeidsovereenkomst ontving. En dat het aanbod tot het aangaan van een arbeidsovereenkomst werd ingetrokken. Verder brengt werkgever naar voren dat werknemer nooit werk verrichte en om die reden geen recht heeft op loon.
Oordeel kantonrechter
De kantonrechter oordeelt dat tussen partijen een arbeidsovereenkomst bestaat. Daarbij overweegt hij eerst wat geldt voor overeenkomsten in het algemeen.
Wanneer ontstaat een overeeenkomst?
Artikel 6:217 Burgerlijk Wetboek (BW) bepaalt dat een overeenkomst ontstaat door aanbod en aanvaarding. Voor het aanbod en de aanvaarding daarvan gelden geen vormvereisten. Het maakt dus niet uit of die mondeling of schriftelijk, via de telefoon, per brief of per e-mail, plaatsvinden. En zelfs door iets niet te doen kan een overeenkomst ontstaan. Het is allemaal een kwestie van uitleg of wel of niet een overeenkomst bestaat. Daarbij gaat het om wat partijen hebben verklaard en wat zij uit elkaars verklaringen en gedragingen redelijkerwijs mochten afleiden. Zolang een aanbod niet is aanvaard, kan het op grond van artikel 6:219 BW worden ingetrokken.
Wanneer is sprake van een arbeidsovereenkomst?
Dan staat de kantonrechter stil bij de criteria die de wet stelt aan een arbeidsovereenkomst. Op grond van artikel 7:610 BW is een arbeidsovereenkomst een overeenkomst waarbij de ene partij, de werknemer, zich verbindt in dienst van de andere partij, de werkgever, tegen loon gedurende zekere tijd arbeid te verrichten.
Is aanbod werkgever aanvaard?
Vervolgens constateert de kantonrechter dat werkgever op 20 januari per e-mail een aanbod tot het aangaan van een arbeidsovereenkomst deed aan werknemer. De vraag is of dit aanbod ook is aanvaard.
Bij de beantwoording van deze vraag stelt de kantonrechter voorop dat partijen eind 2019 tegenover elkaar de intentie uitspraken om ook in 2020 met elkaar samen te werken. Daarbij waren ook afspraken gemaakt over het loon van werknemer. Een en ander blijkt ook uit de arbeidsovereenkomst die werkgever aan werknemer toestuurde.
Verder betaalde werkgever ook het loon over de maanden januari en februari, en in op 1 mei over de maanden maart en april. Terwijl duidelijk was dat werknemer in die maanden nog niet voor werkgever werkzaam was. Het seizoen begint pas in maart.
De kantonrechter vindt de stelling van werkgever dat deze op 7 april het aanbod voor een arbeidsovereenkomst telefonisch introk, niet geloofwaardig. Reden hiervoor is dat werkgever op 1 mei het salaris over maart en april overmaakte. Bovendien stuurde werkgever geen enkele bevestiging van het intrekken van het aanbod, bijvoorbeeld per e-mail.
De kantonrechter concludeert dat tussen partijen een arbeidsovereenkomst bestaat. De afspraken over het loon, de duur en de werkzaamheden zijn duidelijk genoeg. Werknemer heeft daarom recht op loon. Uit het feit dat werkgever loon betaalde sinds januari, blijkt volgens de kantonrechter dat ook zij ervan uitgingen dat werknemer het aanbod voor de arbeidsovereenkomst had aanvaard.
Risico werkgever
Verder oordeelt de kantonrechter dat de valkenier recht heeft op loon. Dat hij feitelijk niets deed voor werkgever maakt dat niet anders. Met de invoering van de Wet arbeidsmarkt in balans (Wab) per 1 januari 2020 geldt de regel ‘geen arbeid, wel loon’. Dit blijkt uit gewijzigde artikel 7:628 lid 1 BW. De omstandigheid dat werknemer zijn werk als valkenier niet kon doen door de coronacrisis is een omstandigheid die naar het oordeel van de kantonrechter voor risico van de werkgever komt. Werknemer was bovendien steeds beschikbaar om te werken.
Matiging wettelijke verhoging
De kantonrechter wijst de loonvordering van werknemer toe. Maar de gevraagde wettelijke verhoging van 50% matigt de kantonrechter tot 10%. Reden hiervoor is dat werkgever een groot bedrag aan loon moet betalen terwijl werknemer geen werkzaamheden verrichte.
Slot
Heeft u te maken met vragen over de naleving van een arbeidsovereenkomst? Aarzel dan niet en bel naar 0180 – 47 26 75 of 06 – 338 24 563. Of stuur een e-mail naar info@groenenboomadvocaat.nl. Wij helpen u graag!
De uitspraak vindt u hier