Nieuwe auto mist onderdeel van 100 euro, koopovereenkomst wordt ontbonden

maandag 7 april 2014

Een auto mist een onderdeel dat slecht 100 euro waard is. Kan dat een reden zijn om de koopovereenkomst te ontbinden? Jazeker, oordeelt de kantonrechter in een recente zaak.

De feiten
Een vrouw heeft een nieuwe auto gekocht, een Kia Rio 1.4 CVVT AUT Super Pack 5drs. Met de verkoper is afgesproken dat de auto zou zijn uitgerust met het VSM-systeem. VSM staat voor Vehicle Stability Management. Het VSM-systeem werkt samen met de stuurbekrachtiging en zorgt ervoor dat de auto stabiel blijft wanneer tegelijkertijd wordt geremd en gestuurd. Omdat dit systeem blijkt te ontbreken, vraagt koopster aan de verkoper het ontbrekende VSM-systeem alsnog aan te brengen. Wanneer verkoper aangeeft dat dit niet mogelijk is, daagt verkoopster hem voor de rechter. Zij eist in de eerste plaats ontbinding van de koopovereenkomst en restitutie van de koopprijs van

20.250,– euro. Wanneer dit niet mogelijk zou zijn, eist zij op grond van artikel 7:21 lid 4Burgerlijk Wetboek (BW) kosteloze vervanging van de auto door één die wel aan haar wensen voldoet.

Verkoper verweert zich onder andere met de stelling dat het VSM-pakket slechts 100 euro waard is, en dat daarom prijsvermindering met 100 euro op zijn plaats is.

Rijeigenschappen auto
De rechter overweegt dat op grond van artikel 7:17 BW een afgeleverde zaak aan de overeenkomst moet beantwoorden. Hij wijst er verder op dat voor koopster het VSM-pakket heel belangrijk is, mede omdat zij in 2002 bij een motorongeluk blijvend letsel heeft opgelopen. Het VSM-pakket was voor haar een doorslaggevende reden om juist deze auto te kopen. Op grond van deze omstandigheden oordeelt de kantonrechter dat koopster terecht eist dat de koopovereenkomst wordt ontbonden. Het verweer van de verkoper dat het VSM-pakket slechts honderd euro waard is, veegt de rechter van tafel door te zeggen dat het niet enkel gaat om de kostprijs, maar om de rijeigenschappen van de auto in gevaarlijke situaties.

Benzineverbruik
Eiseres heeft haar eis ook gebaseerd op de stelling dat beloofd was dat de auto een verbruik zou hebben van 6.3 liter op 100 kilometer, terwijl het werkelijke verbruik 9.1 liter op 100 kilometer blijkt te zijn. Op deze stelling gaat de rechter ‘ten overvloede’ in. Dat wil zeggen dat ook los van dit punt eiseres in het gelijk gesteld zou zijn. De vraag is of het enkele punt van het hogere brandstofverbruik reden zou zijn om de koopovereenkomst te ontbinden. De kantonrechter oordeelt dat dit inderdaad het geval is. Hij overweegt hiertoe dat er Europese regels zijn die bepalen op welke wijze het brandstofverbruik moet worden vastgesteld. Ook is voorgeschreven dat het brandstofverbruik op een brandstofverbruiksetiket moet worden aangegeven. Wat dit etiket weergeeft, is echter betrekkelijk omdat het gaat om een gemeten verbruik in een bepaalde standaardsituatie. In de praktijk kan het verbruik anders zijn. Het verschil tussen het verbruik volgens het brandstofverbruiksetiket en de werkelijkheid mag echter niet te groot worden. De kantonrechter verwijst naar het arrest (uitspraak) van het Gerechtshof Amsterdam van 17 april 2012 waarin geoordeeld werd dat een afwijking van 20% acceptabel is. Vervolgens stelt de kantonrechter dat dit echter niet geldt voor een afwijking van 44% waarvan in deze situatie sprake is. De auto loopt 1 op 10.9 km. in plaats van 1 op 15,9 km. Alleen al hierom zou de koopovereenkomst ontbonden kunnen worden.

Tenslotte
Heeft u zelf te maken met een auto of een andere zaak die niet aan de koopovereenkomst beantwoordt, en heeft u daar vragen over? Neem dan contact met ons op door te bellen naar 06- 338 24 563. Of stuur een e-mail naar info@groenenboomadvocaat.nl

Deel dit bericht via