Recht op verandering van werkplek?

donderdag 16 november 2017

Op grond van de Wet flexibel werken kan een werknemer verandering vragen van arbeidsduur, werktijden en van de werkplek. Die wet is niet op elk verzoek om verandering van de werkplek van toepassing. Dit blijkt uit een recente uitspraak van de kantonrechter van de rechtbank Midden-Nederland.

De feiten
Werkneemster werkt op de dagopvang voor kinderen van 0-2 jaar. Op 11 november 2014 vraagt zij een deskundigenoordeel aan in verband met arbeidsongeschiktheid. Uitkomst daarvan is, dat voor haar passend werk is om op de buitenschoolse opvang te gaan werken. Werkneemster wordt vervolgens overgeplaatst naar de buitenschoolse opvang.

In mei 2015 constateert de GGD dat werkneemster niet voldoet aan de opleidingseisen voor pedagogisch medewerkers op de buitenschoolse opvang. Om alsnog aan die eisen te voldoen, gaat werkneemster de betreffende opleiding volgen. Met haar werkgever spreekt zij af dat zij gedurende de opleiding op de buitenschoolse opvang blijft werken. Zo kan zij praktijkervaring opdoen.

Na afronding van de opleiding wenst werkneemster te worden teruggeplaatst op de dagopvang. Zij beroept zich op de afspraak met haar werkgever dat zij op de buitenschoolse opvang werkte om praktijkervaring op te doen. Omdat zij klaar is met de opleiding, kan zij weer terug naar de dagopvang. Verder voelt zij zich niet op haar plek op de buitenschoolse opvang omdat het contact met de collega’s daar niet prettig verloopt. Ook werkt zij liever op de dagopvang omdat zij dan geen extra opvang hoeft te regelen voor haar eigen kinderen.

Oordeel kantonrechter
De kantonrechter oordeelt dat de reden dat werkneemster op de buitenschoolse opvang werkt niets met de cursus te maken heeft. Dat werkneemster op de buitenschoolse opvang werkt vloeit voort uit het deskundigenoordeel van november 2014. Om gezondheidsredenen is werk op de buitenschoolse opvang voor werkneemster meer passend dan werk op de dagopvang. De door werkneemster gevolgde cursus heeft dus niets te maken met haar overplaatsing naar de dagopvang. Daarom verwerpt de kantonrechter het beroep van werkneemster op een toezegging van haar werkgever.

Over het argument van werkneemster dat zij op de dagopvang beter op haar plek is dan op de buitenschoolse opvang oordeelt de kantonrechter het volgende. De mogelijkheid om verandering van werkplek te vorderen is geregeld in de Wet flexibel werken. Het gaat dan wel om een werkplek die in de arbeidsovereenkomst is ‘overeengekomen’. In dit geval is daarvan echter geen sprake. In de arbeidsovereenkomst van werkneemster staat niet dat zij in de dagopvang werkt. Als de Wet flexibel werken niet van toepassing is, blijft over de regels van goed werkgeverschap en goed werknemerschap op grond van artikel 7:611 BW.

Aan de hand van de criteria van goed werkgeverschap en goed werknemerschap weegt de kantonrechter vervolgens de belangen af.

Werkgever stelt dat op de dagopvang voldoende mensen werken en dat overbezetting ontstaat als werkneemster daar aan het werk gaat. Ook kan werkneemster niet gemist worden op de buitenschoolse opvang. Die belangen wegen naar het oordeel van de kantonrechter zwaarder dan het belang dat werkneemster heeft bij een prettige omgang met de collega’s en een soepeler regeling van de eigen kinderopvang thuis. De kantonrechter wijst daarom de vordering van werkneemster om teruggeplaatst te worden op de dagopvang af.

Slot
Heeft u te maken met een verzoek tot wijziging van werkplek, werktijden of het aantal uren dat iemand werkt? Wilt u weten wat uw rechtspositie is bij het omgaan met dergelijke vragen? Bel dan naar 06-338 24 563. Of stuur een e-mail aan info@groenenboomadvocaat.nl. Wij helpen u graag!

Deel dit bericht via