Relatiebeding: is leverancier een ‘relatie’?

donderdag 25 januari 2018

Een arbeidsovereenkomst bevat vaak een relatiebeding. Vallen daaronder alleen klanten van werkgever? Of ook leveranciers? Die vraag is aan de orde in een arrest van het hof Arnhem-Leeuwarden. Het hof oordeelt dat leveranciers onder een relatiebeding kunnen vallen. Maar in deze zaak geldt dat niet.

De feiten
Werkneemster bij een schoonheidssalon koopt een huidverbeteringsapparaat bij een leverancier van haar werkgever. Werkgever vreest dat werkneemster daarmee concurrerende werkzaamheden gaat verrichten. Daarom verzoekt werkgever aan de kantonrechter onder meer om te oordelen dat werkneemster gebonden is aan een relatiebeding in haar arbeidsovereenkomst.

De tekst van het relatiebeding luidt:

“Het is werknemer evenmin toegestaan om gedurende een periode van één jaar na het einde van de arbeidsovereenkomst op enige wijze zakelijke betrekkingen aan te gaan of te onderhouden met (voormalige) relaties van werkgever, behoudens de voorafgaande schriftelijke toestemming van werkgever.”

De kantonrechter oordeelt dat werkneemster het relatiebeding niet schond. Tegen dit oordeel gaat werkgever in hoger beroep.

Uitleg relatiebeding door het hof
Het hof neemt als uitgangspunt voor de beoordeling dat niet alleen naar de taalkundige betekenis van de bewoordingen van het relatiebeding moet worden gekeken. Het komt aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en redelijkerwijs aan het beding mochten toekennen. En op wat zij redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Daarbij kan meespelen tot welke maatschappelijke kringen partijen behoren, en welke rechtskennis van partijen mag worden verwacht. Vervolgens past het hof deze zogenaamde ‘Haviltex norm’ toe op dit geval.

Het hof overweegt verder dat een relatiebeding in beginsel als doel heeft beperking van concurrentie. Een relatiebeding is immers een manier om een concurrentiebeding vorm te geven. Onder bescherming tegen concurrentie wordt volgens het hof doorgaans verstaan: bescherming van het klantenbestand van werkgever. Onder bijzondere omstandigheden kunnen ook leveranciers onder het relatiebeding vallen. Dat hangt af van de aard van de onderneming, en van de aard van de geleverde goederen en diensten.

Vervolgens onderzoekt het hof of werkgever er redelijkerwijs op mocht vertrouwen dat werkneemster begreep dat ook leveranciers onder het relatiebeding in haar arbeidsovereenkomst zouden vallen.

Werkgever voert aan dat in het relatiebeding van ‘relaties’ wordt gesproken om veilig te stellen dat ook leveranciers van werkgever daaronder vallen. Het hof overweegt dat werkgever deze bedoeling niet besprak met werkneemster. Zij ging er daarom van uit dat onder ‘relaties’ alleen klanten van werkgever vallen. Daarbij speelt mee dat werkgever en werkneemster naar het oordeel van het hof tot verschillende ‘maatschappelijke kringen’ behoren en niet dezelfde rechtskennis hebben. Werkgever behoort tot de top van de Nederlandse schoonheidssalons. Daarom schrijft het hof aan werkgever een grotere kennis toe dan aan werknemer. Het hof concludeert dat het relatiebeding niet zo kan worden uitgelegd dat werkneemster moest begrijpen dat ook leveranciers van werkgever daaronder vallen.

Relatiebeding duidelijk opstellen
Werkgevers doen er goed aan om een relatiebeding zo duidelijk mogelijk op te stellen. Wanneer de bedoeling is dat ook leveranciers van werkgever daaronder vallen, is aan te bevelen dit met zoveel woorden in het relatiebeding te vermelden.

Vragen over relatiebeding?
Heeft u vragen over een relatiebeding? Neem dan contact op via telefoonnummer 06-338 24 563. Of stuur een e-mail naar info@groenenboomadvocaat.nl. Wij helpen u graag!

Deel dit bericht via