Sterk staaltje van ernstig verwijtbaar handelen werkgever

woensdag 11 augustus 2021

Auteur: mr. drs. Harry Groenenboom

De leerling overtreft de meester. Dat gezegde is van toepassing in deze procedure van een patroon (advocaat-leermeester) tegen zijn advocaat-stagiaire (advocaat in opleiding). De kantonrechter stelt de advocaat-stagiaire op vrijwel alle punten in het gelijk.

Relevante feiten en omstandigheden

Werkneemster is sinds 14 februari 2020 op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd als advocaat-stagiaire werkzaam op een klein advocatenkantoor. In de arbeidsovereenkomst staat dat werkgever de kosten voor de Beroepsopleiding Advocaten van € 14.780,-- betaalt.

De directeur-eigenaar van het kantoor is de patroon van werkneemster.

Eind maart 2021 meldt de directeur-eigenaar dat hij niet verder wil met de advocaat-stagiaire omdat zij volgens hem niet secuur werkt.

Loonopschorting

Sinds april 2021 is de advocaat-stagiaire op zoek naar een andere baan. Maar kennelijk bedenkt zij zich, want op 3 mei 2021 meldt zij dat zij als advocaat-stagiaire wil blijven werken bij hetzelfde kantoor. De reactie hierop van de directeur-eigenaar is dat het loon van werkneemster wordt opgeschort en hij de kosten voor de beroepsopleiding niet betaalt.

Gesprek met deken

De advocaat-stagiaire gaat direct na het gesprek met haar patroon naar naar het Bureau van de Orde van Advocaten in Oost-Brabant. Daar heeft zij een bespreking met de deken, de functionaris die verantwoordelijk is voor de advocaten in zijn arrondissement (regio). Later voegt haar patroon zich bij het gesprek. Gesproken wordt over het functioneren van de advocaat-stagiaire en over een beëindigingsovereenkomst. Over het laatste wordt men het niet eens met elkaar.

Toegang tot het werk ontzegd

Van de bespreking wordt een gespreksverslag gemaakt. De advocaat-stagiaire verzoekt dit aan te passen, in elk geval door daaruit te verwijderen dat zij gemakzuchtig zou zijn.

De directeur-eigenaar ziet daarin aanleiding om te melden dat zij niet meer op kantoor mag komen. In reactie meldt de advocaat-stagiaire dat zij bereid blijft om aan het werk te gaan. Uiteindelijk ontbindt werkgever de arbeidsovereenkomst buitengerechtelijk. Eind juni 2021 laat werkneemster zichzelf schrappen als advocaat, en per 1 juli 2021 heeft zij een andere baan als jurist.

Werkgever gaat naar de rechter

Het advocatenkantoor gaat vervolgens naar de kantonrechter. En vraagt daar om te verklaren voor recht dat het loon terecht is opgeschort, de advocaat-stagiaire de opleidingskosten moet terugbetalen en werkgever geen transitievergoeding of billijke vergoeding hoeft te betalen.

De advocaat-stagiaire doet tegenverzoeken. Zij verzoekt om een einddatum van de arbeidsovereenkomst te bepalen. Ook stelt zij dat de loonopschorting onterecht was. Verder is zij van mening dat het ‘naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar’ is dat zij de opleidingskosten zou moeten betalen.

Oordeel kantonrechter

Gesloten stelsel ontslagrecht

Werkgever stelt dat de arbeidsovereenkomst eindigde doordat de advocaat-stagiaire zich liet uitschrijven van het tableau. De kantonrechter oordeelt dat dit in strijd is met het gesloten stelsel van het Nederlandse ontslagrecht. Een arbeidsovereenkomst eindigt door wederzijds goedvinden, door opzegging, van rechtswege of door gerechtelijke ontbinding. Dat is allemaal niet aan de orde. De arbeidsovereenkomst vermeldt ook niet dat de arbeidsovereenkomst eindigt als de advocaat-stagiaire haar hoedanigheid van advocaat verliest. Van een ontbindende voorwaarde in de arbeidsovereenkomst is dus ook geen sprake. Ook het feit dat werkneemster sinds 1 juli 2021 een andere baan heeft, betekent niet dat de arbeidsovereenkomst eindigt.

Geen buitengerechtelijke vernietiging

De kantonrechter oordeelt verder dat de arbeidsovereenkomst ook niet buitengerechtelijk (per brief) is ontbonden. Volgens werkgever is dat vanwege bedrog of dwaling omdat de advocaat-stagiaire haar (vermeende) gemakzucht en gebrek aan taalvaardigheid niet meldde bij het aangaan van de arbeidsovereenkomst. Weliswaar is het mogelijk om een arbeidsovereenkomst buitengerechtelijk te vernietigen vanwege bedrog of dwaling. Maar er zijn geen feiten waaruit blijkt dat daarvan sprake was. Werkneemster rondde een HBO-opleiding en daarna een universitaire opleiding af. Voordat zij advocaat-stagiaire werd, werkte zij een half jaar als juridisch medewerkster voor hetzelfde kantoor. Ook schond werkneemster geen enkele mededelingsplicht.

Vertrouwensbreuk

De kantonrechter concludeert dat de arbeidsovereenkomst met de advocaat-stagiaire nog bestaat. En buigt zich over het verzoek van werkneemster om de arbeidsovereenkomst te beëindigen op grond van artikel 7:671c BW, dus vanwege omstandigheden waardoor de arbeidsovereenkomst niet kan voortduren.

De kantonrechter overweegt dat sprake is van een vertrouwensbreuk. Ook weegt mee dat een werknemer het grondrecht van vrije arbeidskeuze heeft en een werknemersverzoek daarom in beginsel gehonoreerd moet worden. De kantonrechter ontbindt de arbeidsovereenkomst per 1 september 2021.

Loonopschorting onterecht

Ook de loonopschorting die de patroon aan zijn advocaat-stagiaire oplegde is volgens de kantonrechter niet terecht. Werkneemster was bereid om haar werk te doen. Het feit dat zij vermijdbare fouten maakte, is geen reden om het loon op te schorten. Want zij maakte die fouten niet opzettelijk.

Doorbetaling loon

Werkgever moet het loon van de advocaat-stagiaire over de maanden mei en juni, in totaal € 5.500,00 bruto doorbetalen. Vanaf 1 juli geldt geen loondoorbetalingsplicht omdat werkneemster vanaf die datum een andere baan heeft en niet meer beschikbaar is om te komen werken. Wel heeft werkneemster recht op vakantiegeld over de periode juni 2020-juni 2021.

Ernstig verwijtbaar handelen werkgever

De kantonrechter oordeelt verder dat de werkgever ernstig verwijtbaar handelde door het loon op te schorten, de opleidingskosten niet te willen betalen terwijl dit een afspraak uit de arbeidsovereenkomst is, en werkneemster de toegang tot het werk te ontzeggen omdat zij een correctie wilde van het gespreksverslag. Dit betekent dat werkneemster recht heeft op een billijke vergoeding. Die stelt de kantonrechter vast op het bedrag van € 2.500,00.

Transitievergoeding

Van ernstig verwijtbaar handelen van werkneemster is geen sprake. De kantonrechter oordeelt daarom dat zij recht heeft op een transitievergoeding van € 1.998,00.

Opleidingskosten

Werkneemster stelt dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat zij de opleidingskosten zou moeten terugbetalen. Zij kon geen andere baan krijgen zonder zich te laten schrappen als advocaat. En zij moest wel een andere baan zoeken omdat werkgever haar loon niet meer betaalde.

De kantonrechter stelt werkneemster ook op dit punt volledig in het gelijk. De vordering van werkgever dat zij de opleidingskosten zou moeten terugbetalen wijst de kantonrechter af.

De les

Dat deze uitspraak een sterk staaltje van ernstig verwijtbaar handelen laat zien, is duidelijk. Er valt uit te leren dat je als werkgever niet zomaar het loon kunt opschorten. Het feit dat iemand in de beleving van de werkgever niet goed functioneert is daar onvoldoende grond voor.

Slot

Heeft u vragen over ontslag? Neem dan contact met ons op door te bellen naar 0180 – 47 26 75. Of stuur een e-mail naar info@groenenboomadvocaat.nl. Wij zijn u graag van dienst.

De uitspraak vindt u hier

Deel dit bericht via