Auteur: mr. drs. Harry Groenenboom
Een doktersassistente krijgt volgens de kantonrechter terecht ontslag op staande voet. Maar zij krijgt wel een transitievergoeding mee omdat zij niet ernstig verwijtbaar handelde. Hoe is dat mogelijk?
De feiten
Werkneemster werkt als doktersassistente op een huisartsenpraktijk. Op 21 oktober belt zorgverzekeraar VGZ de huisartsenpraktijk met de mededeling dat de doktersassistente verdacht wordt van fraude. Zij zou declaraties, op het briefpapier van de huisartsenpraktijk, op haar eigen naam hebben gezet en verzekeringsgeld hebben geïncasseerd. In totaal ging het om zes declaraties die VGZ dezelfde dag aan de huisartsenpraktijk toestuurt per e-mail. De op de declaraties vermelde werkzaamheden blijken nooit te zijn verricht.
Werkgever onderzoekt de zaak. Per e-mail van 3 november 2019 stelt werkgever de doktersassistente op non-actief. Op 6 november 2019 nodigt de huisartsenpraktijk werkneemster uit voor een gesprek. Tijdens dat gesprek krijgt zij ontslag op staande voet. Dit ontslag bevestigt werkgever per brief. Daarin vermeldt werkgever dat reden voor het ontslag is “het vermoeden, dat door jou verzekeringsfraude is gepleegd met onze praktijkgegevens….”.
De doktersassistente legt haar zaak met een verzoekschrift voor aan de kantonrechter. Zij eist een verklaring voor recht dat er geen dringende reden was om haar op staande voet te ontslaan. Ook eist zij een billijke vergoeding, een vergoeding wegens onregelmatige opzegging en een transitievergoeding.
Oordeel kantonrechter
Uiterste middel
De kantonrechter stelt voorop dat ontslag op staande voet een uiterste middel is. Op grond van artikel 7:677 Burgerlijk Wetboek (BW) moet het ontslag ‘onverwijld gegeven’ zijn onder mededeling van de ‘dringende reden’ voor het ontslag.
Onverwijld gegeven
Dat werkgever enige tijd nodig had voor het doen van onderzoek, betekent volgens de kantonrechter niet dat het ontslag niet onverwijld gegeven is. Werkgever heeft ook de plicht om zorgvuldig te handelen en was daarbij afhankelijk van de medewerking van VGZ en Medicom.
Dringende reden
De kantonrechter oordeelt ook dat sprake is van een dringende reden. In de ontslagbrief stelde werkgever niet dat werkneemster fraude pleegde, maar wel dat alles er op wijst dat zij dat deed. Daarmee is sprake van een dringende reden voor ontslag op staande voet.
Geen billijke vergoeding
Omdat het ontslag op staande voet rechtsgeldig is, wijst de kantonrechter het verzoek tot het geven van een billijke vergoeding af. Ook het verzoek tot schadevergoeding omdat de arbeidsovereenkomst niet op de juiste wijze is opgezegd, wijst de kantonrechter af.
Wel een transitievergoeding
Hoewel er sprake is van een dringende reden voor het ontslag op staande voet, krijgt de doktersassistente toch een transitievergoeding mee. De reden hiervoor is, dat de feiten en omstandigheden die de dringende reden vormen, niet ‘ernstig verwijtbaar’ zijn. Dat is volgens artikel 7:673 BW een voorwaarde om geen recht te hebben op een transitievergoeding.
Hoe kan dat? Terecht ontslag op staande voet, maar niet ernstig verwijtbaar? Alles wijst er volgens de kantonrechter op dat werkneemster fraudeerde. Maar niet kan worden uitgesloten dat er toch een andere verklaring is, bijvoorbeeld dat zij het slachtoffer is van identiteitsfraude. Zij ontkent ook dat zij fraudeerde.
Op grond van het arrest van de Hoge Raad van 30 maart 2018 is duidelijk dat ontslag op staande voet niet automatisch betekent dat de betreffende werknemer geen recht op een transitievergoeding heeft. Daarover gaat deze eerdere blog.
Oordeel kantonrechter
De kantonrechter laat het ontslag op staande voet in stand. Maar werkneemster krijgt een transitievergoeding mee van € 8.498,65 bruto.
Slot
Heeft u vragen over ontslag? Neem dan contact op door te bellen naar 0180 – 47 26 75 of 06 – 338 24 563. Of stuur een e-mail naar info@groenenboomadvocaat.nl. Wij helpen u graag!
De uitspraak vindt u hier