Wat mag niet in algemene voorwaarden? Enkele bedingen uit de ‘zwarte lijst’, deel 3

maandag 12 augustus 2013

In deze derde en laatste blog in een serie over bedingen uit de zwarte lijst, gaat het over het beding dat de bevoegdheid geeft om prijzen te verhogen. Voor zaken als meubels of auto’s geldt vaak een levertijd. In algemene voorwaarden die op dergelijke zaken betrekking hebben, is vaak het beding opgenomen dat de verkoper het recht heeft om binnen drie maanden na het sluiten van de overeenkomst de prijs te verhogen. Wanneer de prijs daadwerkelijk wordt verhoogd, heeft de klant het recht om de overeenkomst op te zeggen.

De achtergrond van een dergelijk beding is boek 6 artikel 236i Burgerlijk Wetboek. Daarin staat dat onredelijk bezwarend is een beding dat de bevoegdheid geeft om de prijs binnen drie maanden na het sluiten van de overeenkomst te verhogen, tenzij de wederpartij bevoegd is in dat geval de overeenkomst te ontbinden. Voor de goede orde: boek 6 artikel 236 geldt voor bedrijven die met een consument zaken doen. Het is hierbij belangrijk om te bedenken dat ook ZZP’ers en andere kleine zelfstandigen op grond van de zogenaamde reflexwerking van artikel 236 als een consument beschouwd kunnen worden.

Boek 6 artikel 236i zegt niet dat een beding over prijsverhogingen verboden is, het zegt alleen dat een wederpartij niet onbeperkt gebonden kan worden aan een overeenkomst terwijl de prijs wordt verhoogd. Wanneer de wederpartij de mogelijkheid heeft de overeenkomst op te zeggen als de prijs wordt verhoogd, is er in principe niets aan de hand.

Verband met consumentenrecht
De in boek 6 artikel 236i genoemde termijn van drie maanden houdt verband met boek 7 artikel 35 van het Burgerlijk Wetboek. Daarin staat dat, wanneer een verkoper bij een consumentenkoop de prijs verhoogt na het sluiten van de koop, de koper het recht heeft de koop door een schriftelijke verklaring te ontbinden. Dit geldt niet als de levering langer dan drie maanden na de koop zal plaatsvinden.

Reisovereenkomst en prijsverhoging
Voor de reisovereenkomst kent boek 7 van het Burgerlijk Wetboek een aparte regeling. In boek 7 artikel 505 lid 3 Burgerlijk Wetboek staat dat de reissom tot twintig dagen voor vertrek mag worden verhoogd in verband met wijzigingen in de vervoerkosten, waaronder ook de brandstofkosten, de verschuldigde heffingen of de toepasselijke wisselkoersen. De reiziger heeft, als de reissom inderdaad wordt verhoogd, het recht de reisovereenkomst op te zeggen.

Tot slot
Wanneer u met consumenten of kleine zelfstandigen zaken doet en een beding over prijsverhogingen hanteert, is het noodzakelijk dat dit in overeenstemming is met boek 6 artikel 236i. Anders loopt u het risico dat u in rechte geen beroep op het beding kan doen en u met lege handen staat.

Wanneer u zeker wilt weten of uw algemene voorwaarden in overeenstemming zijn met de wet, kunt u met ons contact opnemen door te bellen naar 06-338 24 563, of door een e-mail te sturen aan info@groenenboomadvocaat.nl

Deel dit bericht via