Werkgever stelt werkneemster een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd in het vooruitzicht. En stelt daarbij de voorwaarde van gelijkblijvend functioneren en gelijkblijvende omstandigheden. Anders gaat het feest niet door. Mag dat? Over die vraag liet het hof ’s-Hertogenbosch zich op 17 januari 2019 uit.
De feiten
Werkneemster is als verkoopmedewerkster werkzaam in een winkel. Na twee tijdelijke arbeidsovereenkomsten stelt werkgever zijn dan nog gewaardeerde kracht een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd in het vooruitzicht. Op voorwaarde dan van gelijkblijvend functioneren en gelijkblijvende omstandigheden.
Daarna vinden echter een drietal incidenten plaats tussen werkneemster en haar collega's. Werkneemster laat zich onder meer onheus uit over een collega, en schuift werk af op een andere collega. Daarop ontstaan bij werkgever twijfels over de geschiktheid van werkneemster. Waarop werkgever besluit de arbeidsovereenkomst toch niet te verlengen. Het functioneren van werkneemster roept twijfels op en is daarom niet meer ‘gelijkblijvend’.
werkneemster is het daar niet mee eens. Via de kantonrechter eist zij dat zij aan het werk mag blijven bij werkgever op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. De kantonrechter stelt haar in het ongelijk. Werkneemster gaat in hoger beroep bij het hof ’s-Hertogenbosch.
Beoordeling hof
Ook bij het hof vangt werkneemster bot.
Het hof oordeelt dat werkgever aan werkneemster een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd aanbood onder de opschortende voorwaarde van gelijkblijvend functioneren en gelijkblijvende omstandigheden. Dit betekent dat het aanbod niet meer geldt als werkneemster niet gelijkblijvend functioneert of de omstandigheden wijzigen.
Verder oordeelt het hof dat werkgever daarmee niet in strijd handelde met de eisen van goed werkgeverschap. De eis van ‘gelijkblijvend functioneren en gelijkblijvende omstandigheden’ staat in een standaardbrief die werkgever gebruikt. Die zin is in de standaardbrief terechtgekomen vanwege ervaringen uit het verleden. Kennelijk is het zo dat sommige werknemers wat minder goed hun best gaan doen als een vaste aanstelling in beeld komt. Werkgever hield daar terecht rekening mee door de opschortende voorwaarde in de standaardbrief op te nemen.
Het hof is het niet met werkneemster eens dat de gestelde voorwaarde onvoldoende objectief bepaalbaar is. Voldoende is dat de rechter kan toetsen of de voorwaarde wel of niet is vervuld. De opschortende voorwaarde voldoet aan die voorwaarde.
Dan voegt het hof de daad bij het woord en beoordeelt of werkneemster de opschortende voorwaarde in vervulling deed gaan. Was inderdaad geen sprake van 'gelijkblijvend functioneren', of viel dat allemaal wel mee? En dan constateert het hof onder meer dat werkneemster schreeuwde tegen collega’s, ook waar klanten bij waren. Ook schold zij een collega uit. Daarmee is naar het oordeel van het hof de opschortende voorwaarde vervuld. De werkgever bood daarom terecht geen vaste aanstelling aan werkneemster aan.
Slot
Heeft u vragen over verlenging van een arbeidsovereenkomst? Neem dan direct contact op en bel naar 06 – 338 24 563. Of stuur een e-mail aan harry@groenenboomadvocaat.nl. Wij helpen u graag!
Het arrest van het hof vindt u hier